Thuis
Derde Van der Vlislezing 2022 door wethouder Rutger Groot Wassink
Op woensdag 21 september 20222 heeft wethouder Rutger Groot Wassink (GroenLinks) de derde Van der Vlislezing uit gesproken. Het thema was dit jaar lokale democratie, een belangrijk onderwerp in zowel de portefeuille van Groot Wassink als zijn voorganger.
Michael van der Vlis was grondlegger van de stadsdelen, waarmee hij het stadsbestuur in de jaren tachtig en negentig dichterbij de Amsterdammers bracht en een belangrijke impuls gaf aan de democratische vernieuwing. Hoewel de stadsdelen alweer zijn afgeschaft, is het huidige stadsbestuur naarstig op zoek naar nieuwe manieren om bewoners te laten meepraten en -beslissen over hun buurt en de toekomst van hun stad.
Op de eerste woensdag na Prinsjesdag reflecteren we samen met de wethouder, stadsbiografen Petra Brouwer en Tim Verlaan, architectuurhistoricus Aimée Albers, actievoerder Melissa Koutouzis, buurtbewoners en studenten over verleden en toekomst van de lokale democratie in Amsterdam. Hoe kunnen bestuurders en ambtenaren een stem geven aan lokale onvrede, welke rol moeten bewoners en actievoerders spelen in het democratisch proces, en wat kunnen we leren van de recente architectuur- en stadsgeschiedenis? Het gesprek vindt plaats onder leiding van Indira van ’t Klooster, directeur van Architectuur Centrum Amsterdam (ARCAM).
Casus is de vernieuwing van Nieuw-West, maar we gaan het ook hebben over bewonersparticipatie in de stadsvernieuwing van de jaren zeventig en tachtig en het voortdurende woonprotest. Hiermee verleggen we de aandacht van de Omgevingsvisie 2050 en het Amsterdamse vervoersbeleid – thema’s van voorgaande Van der Vlislezingen door Marieke van Doorninck en Egbert de Vries – naar de vraag hoe Amsterdammers invloed kunnen hebben op de inrichting van hun dagelijkse leefomgeving. Het voorlopige programma op een rij:
- Petra Brouwer en Tim Verlaan over hun onderzoek naar Amsterdam als compacte stad
- Noor Vet over de rol van bewoners in de stedelijke vernieuwing van Nieuw-West
- Aimée Albers over lokale democratie en stadsvernieuwing in de jaren ’70 en ’80
- Van der Vlislezing door wethouder Rutger Groot Wassink
- Melissa Koutouzis van het Woonprotest over actievoeren in de 21e eeuw
Waarom een onderzoek naar de compacte stad en de erfenis van Michael van der Vlis?
Waarom zijn oude volksbuurten in trek bij de stedelijke middenklasse? Waarom vindt iedereen het de normaalste zaak van de wereld om op de fiets naar werk of school te gaan? En waarom verwachten stedelingen dat bestuurders direct naar hen luisteren als zij hun grieven uiten? Met een onderzoek naar Amsterdam in het laatste kwart van de twintigste eeuw geven architectuurhistoricus Petra Brouwer en stadshistoricus Tim Verlaan een antwoord op deze vragen. Centraal staat de erfenis van oud-wethouder Michael van der Vlis, die in de jaren tachtig het ideaal van de compacte stad in de praktijk bracht.
Nu het succes van de stad hevig bediscussieerd wordt, is een geschiedenis over de wederopstanding van Amsterdam urgent geworden. De stedelijke revitalisering die in de periode van Michael van der Vlis is ingezet, heeft volgens sommige stemmen in het academische en publieke debat haar grenzen bereikt: het wonen in de stad is voor grote groepen mensen onbetaalbaar geworden, het voorzieningenniveau verschraalt en het groen staat onder druk. Optimistische stemmen stellen juist dat Amsterdam zich eindelijk tot een metropool ontwikkelt die zich binnenkort kan meten met wereldsteden als Londen en Parijs.
Opnieuw staan ideeën over stedelijke kwaliteit, toegankelijkheid en diversiteit ter discussie. Terwijl de compacte stad zowel toen als nu leidend is in het ruimtelijk beleid, heeft het hedendaagse concept door de groeiende populariteit van stedelijk wonen, veranderingen op de vastgoedmarkt en een nieuwe politieke context een compleet andere lading en uitwerking gekregen. Het is tijd voor een pas op de plaats. Hoe is Amsterdam gekomen waar het nu is, en welke lessen kunnen we trekken uit het verleden?
In de geschiedschrijving is Michael van der Vlis in de schaduw komen te staan van Jan Schaefer, wiens optredens en verbaal talent hem bekender maakten bij het grote publiek. Tijdens zijn raadsperiode en wethouderschap was Van der Vlis tussen 1978 en 1990 echter een gezaghebbend en activistisch bestuurder. Gegrepen door het ideaal van de compacte stad initieerde hij beleidsuitgangspunten die vandaag nog steeds de ruimtelijke ordening van Amsterdam bepalen: terugdringing van het autoverkeer ten gunste van fiets en openbaar vervoer en maximale verdichting binnen de stadsgrenzen – met oog voor bestaande fysieke en sociale structuren.