Thuis

Vijfde Van der Vlislezing door wethouder Sofyan Mbarki

Welk economisch beleid heeft Amsterdam nodig om mee te komen in de 21e eeuw? Wethouder Sofyan Mbarki geeft op dinsdag 17 september de vijfde Van der Vlislezing met aandacht voor verleden en toekomst van de lokale economie.

Mbarki zal de situatie van nu vergelijken met die van begin jaren tachtig, toen Van der Vlis net begonnen was aan zijn tweede wethouderstermijn. Wat was toen het politieke antwoord op de ineenstorting van de Amsterdamse economie en wat zou de politiek vandaag moeten doen, ook nu het economisch tij meezit? Voor Michael der Vlis was het persoonlijke altijd (stads)politiek. Vast onderdeel van de lezingenreeks is dan ook een moment van persoonlijke reflectie, en we hebben Mbarki gevraagd om te reflecteren op zijn jeugd in Osdorp en hoe het stadsdeel er nu voor staat.

De lezing van Mbarki wordt voorafgegaan door een bijdrage van historici Petra Brouwer en Tim Verlaan. Volgend jaar verschijnt hun monografie over het Amsterdam van Michael van der Vlis, op basis waarvan ze vertellen over de economische en democratische transformaties die de stad in de jaren zeventig en tachtig doormaakte. Masterstudenten stads- en architectuurgeschiedenis Nica de Korte en Janna Toepoel vertellen over hun archiefonderzoek naar de zogenaamde STAW, de ambtelijke stuurgroep die onder verantwoordelijkheid van Van der Vlis in de jaren tachtig zocht naar nieuw woningbouwlocaties binnen de stadsgrenzen. Auteur Marcel van Engelen ten slotte deelt zijn persoonlijke indrukken van Michael van der Vlis, die de oud-wethouder vlak voor zijn overleden veelvuldig sprak over zijn politieke erfenis. Moderator van de avond is Indira van ’t Klooster, directeur van Architectuurcentrum Amsterdam (ARCAM).

De jaarlijkse Van der Vlislezing is onderdeel van langlopend onderzoek naar de compacte stad en de erfenis van Michael van der Vlis, die als buurtactivist, raadslid en wethouder tussen 1970 en 1990 een belangrijke rol speelde in het overwinnen van de stedelijke crisis. Eerder reflecteerden (oud-)wethouders Marieke van Doorninck (Ruimtelijke Ordening), Egbert de Vries (Verkeer), Rutger Groot Wassink (Democratisering), Marjolein Moorman (Onderwijs) en Hester van Buren (Financiën) op hun eigen beleid in relatie tot het ideaal van de compacte stad.

Deze vijfde Van der Vlislezing vindt plaats in de Koningszaal van het Stadsarchief Amsterdam, dinsdag 17 september van 20:00 tot 21:30. Inkomsten uit de kaartverkoop komen ten goede aan het onderzoek. Voor Vrienden van het Stadsarchief is de toegang gratis. Wilt u extra doneren? Dat kan hier.



Waarom een onderzoek naar de compacte stad en de erfenis van Michael van der Vlis?

Waarom zijn oude volksbuurten in trek bij de stedelijke middenklasse? Waarom vindt iedereen het de normaalste zaak van de wereld om op de fiets naar werk of school te gaan? En waarom verwachten stedelingen dat bestuurders direct naar hen luisteren als zij hun grieven uiten? Met een onderzoek naar Amsterdam in het laatste kwart van de twintigste eeuw geven architectuurhistoricus Petra Brouwer en stadshistoricus Tim Verlaan een antwoord op deze vragen. Centraal staat de erfenis van oud-wethouder Michael van der Vlis, die in de jaren tachtig het ideaal van de compacte stad in de praktijk bracht.

Nu het succes van de stad hevig bediscussieerd wordt, is een geschiedenis over de wederopstanding van Amsterdam urgent geworden. De stedelijke revitalisering die in de periode van Michael van der Vlis is ingezet, heeft volgens sommige stemmen in het academische en publieke debat haar grenzen bereikt: het wonen in de stad is voor grote groepen mensen onbetaalbaar geworden, het voorzieningenniveau verschraalt en het groen staat onder druk. Optimistische stemmen stellen juist dat Amsterdam zich eindelijk tot een metropool ontwikkelt die zich binnenkort kan meten met wereldsteden als Londen en Parijs. 

Opnieuw staan ideeën over stedelijke kwaliteit, toegankelijkheid en diversiteit ter discussie. Terwijl de compacte stad zowel toen als nu leidend is in het ruimtelijk beleid, heeft het hedendaagse concept door de groeiende populariteit van stedelijk wonen, veranderingen op de vastgoedmarkt en een nieuwe politieke context een compleet andere lading en uitwerking gekregen. Het is tijd voor een pas op de plaats. Hoe is Amsterdam gekomen waar het nu is, en welke lessen kunnen we trekken uit het verleden? 

In de geschiedschrijving is Michael van der Vlis in de schaduw komen te staan van Jan Schaefer, wiens optredens en verbaal talent hem bekender maakten bij het grote publiek. Tijdens zijn raadsperiode en wethouderschap was Van der Vlis tussen 1978 en 1990 echter een gezaghebbend en activistisch bestuurder. Gegrepen door het ideaal van de compacte stad initieerde hij beleidsuitgangspunten die vandaag nog steeds de ruimtelijke ordening van Amsterdam bepalen: terugdringing van het autoverkeer ten gunste van fiets en openbaar vervoer en maximale verdichting binnen de stadsgrenzen – met oog voor bestaande fysieke en sociale structuren.